Impact first
Code sociale ondernemingen


Commissie Code Sociale Ondernemingen
1 juli 2017

Introductie
Sociale ondernemingen worden geleid door mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn om bij te dragen aan een betere wereld. Ze stellen niet de winst of de aandeelhouderswaarde voorop maar streven een maatschappelijk doel na en richten daar hun bedrijfsvoering naar in. Hoe? Dat is beschreven in deze Code. Zo is voor iedereen zichtbaar waar de sociale onderneming, die deze Code onderschrijft, voor staat. Klanten, financiers, overheden en andere zakenpartners zien met wat voor onderneming ze te maken hebben en kunnen daar ook beleid op voeren.

Het doel van deze Code is herkenning en erkenning van de sociale onderneming door ‘de maatschappij’. Het doel is uitdrukkelijk niet het creëren van een benauwend stelsel van bureaucratie en regels. Dus kent de Code de volgende uitgangspunten.

1. Principes
De Code bestaat uit een aantal kernachtige principes. De onderneming geeft uiteraard zelf vorm en inhoud aan haar specifieke missie, in nauwe samenspraak met de stakeholders. Door uit te gaan van principes (‘principle-based’) in plaats van uitgebreide regelgeving (‘rule-based’) stimuleert de Code de sociale ondernemingen tot nadenken over en zelf passend maken van de in de Code verwoorde kernwaarden.

2. ‘Als het beter kan, doe dat dan.’
Ieder principe in de Code bevat een praktische uitwerking. De onderneming kan voor een andere uitwerking kiezen, omdat die in de concrete situatie een betere invulling geeft aan het principe of beter bij de onderneming past. Die keuze moet de onderneming wel uit willen leggen.

3. Samenspraak
De onderneming gaat een dialoog aan met haar stakeholders en zoekt, met haar collega’s van het ‘gilde’ van sociale ondernemingen, breed maatschappelijk draagvlak. In de Code staan uitleg en dialoog centraal. De sociale onderneming die de Code volgt, maakt deel uit van de ‘community of practice’.

4. Niet vrijblijvend
De Code is niet vrijblijvend. Dat de sociale onderneming de Code onderschrijft, blijkt door inschrijving in het daartoe opgezette Register Sociale Ondernemingen. Rekenschap afleggen – in brede zin – wordt door sociale ondernemers ervaren als een vanzelfsprekendheid. Dus zal jaarlijks beoordeeld worden, o.a. met een toetsing door twee collega-ondernemers, of de onderneming nog voldoet aan de principes in deze Code en ingeschreven kan blijven in het Register Sociale Ondernemingen.
Startende ondernemingen die de Code willen volgen maar er nog niet volledig aan kunnen voldoen, kunnen zich voorlopig inschrijven voor een periode van maximaal twee jaar.


Principes

Grondslag: “Impact first”
De sociale onderneming is gedreven om aantoonbare maatschappelijke impact te realiseren. Dat staat voorop. Deze intrinsieke motivatie van de sociale onderneming komt in al haar handelen en nalaten tot uitdrukking. De onderneming neemt verantwoordelijkheid voor haar impact in de keten: een sociale onderneming van het begin tot het einde. Goed en eerlijk zakendoen is vanzelfsprekend.

Principe 1: Missie: geborgd en inzichtelijk
De onderneming legt haar missie statutair vast, concretiseert haar doelen en maakt de realisatie ervan inzichtelijk.

Principe 2 Relevante stakeholders: bepaling en dialoog
De onderneming bepaalt wie de relevante stakeholders zijn in het licht van de missie. De
onderneming organiseert de dialoog met deze stakeholders over de strategie waarmee invulling wordt gegeven aan de missie.

Principe 3. Financiën: in overleg en zorgvuldig afgewogen
Ter bescherming van de Impact overweegt de onderneming een statutair geborgd beleid dat beperkingen stelt aan de uitkeringen aan de aandeelhouder(s). Tevens overweegt de
onderneming een statutair geborgd beleid ten aanzien van de opbrengst bij verkoop en
liquidatie van de onderneming. De onderneming voert een gematigd beloningsbeleid.

Principe 4. Implementatie: registreren en reflecteren
De onderneming die de Code onderschrijft, kan zich als sociale onderneming laten registreren. De onderneming participeert actief in de gemeenschap van sociale ondernemingen. De onderneming stelt zich aanspreekbaar op voor personen of instellingen die constructieve suggesties voor verbetering hebben.

Principe 5. Transparantie: actief en toegankelijk
De onderneming voert een actief informatiebeleid waarbij maximale openheid het uitgangspunt is. De onderneming verstrekt inzicht in de wijze waarop zij invulling geeft aan de missie, de gerealiseerde impact, de financiering van de onderneming, de betrokkenheid van relevante stakeholders en de resultaten van de collegiale toetsing. Alle informatie is eenvoudig vindbaar, toegankelijk geschreven en wordt desgevraagd nader toegelicht.


De code sociale ondernemingen

Grondslag: “Impact first”
De sociale onderneming is gedreven om aantoonbare maatschappelijke impact te
realiseren. Dat staat voorop. Deze intrinsieke motivatie van de sociale onderneming komt in al haar handelen en nalaten tot uitdrukking. De onderneming neemt verantwoordelijkheid voor haar impact in de keten: een sociale onderneming van het begin tot het einde. Goed en eerlijk zakendoen is vanzelfsprekend.

De onderneming vertaalt deze grondslag op drie niveaus:
  1. Missie. De “Waarom/Waartoe” vraag. De onderneming verklaart haar bestaansreden in
  2. termen van de maatschappelijke vraagstukken waarop zij zich richt.
  3. Visie. De “Wat” vraag. De onderneming verklaart wat zij doet om de maatschappelijke
  4. vraagstukken aan te pakken en/of op te lossen.
  5. Strategie. De “Hoe” vraag. De onderneming maakt inzichtelijk op welke wijze de gewenste oplossingen gerealiseerd worden.

Missie, visie en strategie worden op een bij de onderneming passende manier bekend gemaakt.


Principe 1: Missie: geborgd en inzichtelijk
De onderneming legt haar missie statutair vast, concretiseert haar doelen en
maakt de realisatie ervan inzichtelijk.

Uitwerking – ‘als het beter kan, doe dat dan’

1.1. Geborgd

1.1.1. De statuten van de onderneming bevatten als doelomschrijving haar missie, waarbij
expliciet wordt benoemd aan de oplossing van welk maatschappelijk vraagstuk de onderneming wil bijdragen. De onderneming publiceert de statuten op haar website (zie Principe 5).
1.1.2. De onderneming borgt deze missie door in de statuten op te nemen aan welke eisen de besluitvorming moet voldoen ten aanzien van:
a. de aanpassing van de statutaire doelomschrijving; b. de verkoop en staking van de
onderneming. Bij deze besluitvorming betrekt de onderneming de opvatting van de relevante stakeholders (zie Principe 2).
1.1.3. De onderneming kan ervoor kiezen de missie te beschermen door de besluitvorming over zaken die de missie betreffen, afhankelijk te maken van de stem van een prioriteitsaandeelhouder of vergelijkbare beschermingsconstructie.

1.2. Inzichtelijk

1.2.1. De onderneming werkt de missie uit in een (jaar)plan. Daarin wordt de missie in de vorm van doelstellingen geconcretiseerd en waar mogelijk gekwantificeerd, zodat de realisatie ervan inzichtelijk gemaakt kan worden. Dit (jaar)plan wordt op de website van de onderneming gepubliceerd (zie Principe 5).
1.2.2. De onderneming bepaalt na overleg met de relevante stakeholders (zie Principe 2) hoe de impact inzichtelijk wordt gemaakt.
1.2.3. Jaarlijks publiceert de onderneming een impactrapportage op de website van de
onderneming (zie Principe 5). Hierin wordt zo goed mogelijk inzichtelijk gemaakt in hoeverre de in het (jaar)plan vermelde doelstellingen zijn behaald. De ontwikkeling van de onderneming wordt inzichtelijk gemaakt door aan te geven wat de verandering is van de impact of de impactmeting in vergelijking met de vorige impactrapportage.

Principe 2 Relevante stakeholders: bepaling en dialoog

De onderneming bepaalt wie de relevante stakeholders zijn in het licht van de
missie. De onderneming organiseert de dialoog met deze stakeholders over de
strategie waarmee invulling wordt gegeven aan de missie.

Uitwerking – ‘als het beter kan, doe dat dan’

2.1. Bepaling

2.1.1. De onderneming stelt een profielschets op van de relevante stakeholders, passend bij de missie en de schaal van de onderneming en met oog voor de gezichtspunten van:

  • Investeerders en financiers;
  • Medewerkers;
  • Opdrachtgevers en aanbestedende organisaties;
  • Ketenpartners en betrokken belanghebbenden;
  • Klanten en afnemers;
  • Toekomstige generaties en de natuur.

2.1.2. De onderneming publiceert de profielschets en de namen van de relevante stakeholders op haar website.


2.2. Dialoog

2.2.1. De onderneming vraagt stakeholders die voldoen aan de profielschets om deel te nemen in de stakeholderdialoog.
2.2.2. De onderneming zorgt ervoor dat de relevante stakeholders zich uit kunnen spreken over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de missie en welke afwegingen daarbij spelen. De onderneming doet dat steeds in een fase waarin de dialoog met de relevante stakeholders nog invloed heeft op de finale besluitvorming.
2.2.3. De onderneming stelt de relevante stakeholders gevraagd en ongevraagd de informatie ter beschikking die voor de dialoog van betekenis is. Daartoe behoort ook de rapportage van de collegiale toetsing (zie Principe 4).
2.2.4. De onderneming rapporteert jaarlijks op haar website de uitkomsten van de dialoog met relevante stakeholders die materieel waren voor het beleid van de onderneming. Daarbij geeft de onderneming inzicht in de status van de dialoog (formeel of informeel), de frequentie ervan (structureel of ad hoc) en de wijze waarop de onder 2.1.1. genoemde gezichtspunten in de dialoog zijn betrokken (direct of indirect).


Principe 3. Financiën: in overleg en zorgvuldig afgewogen
Ter bescherming van de Impact overweegt de onderneming een statutair geborgd beleid dat beperkingen stelt aan de uitkeringen aan de aandeelhouder(s). Tevens overweegt de onderneming een statutair geborgd beleid ten aanzien van de opbrengst bij verkoop en liquidatie van de onderneming. De onderneming voert een gematigd beloningsbeleid.

Uitwerking – ‘als het beter kan, doe dat dan’

3.1. In overleg

3.1.1. De onderneming voert over de afweging tussen impact, risico’s, kansen en financieel resultaat een dialoog met de relevante stakeholders (zie Principe 2).
3.1.2. Bij het vaststellen van het beloningsbeleid vergewist de onderneming zich van draagvlak daarvoor bij haar medewerkers.
3.2. Zorgvuldig afgewogen
3.2.1. De onderneming maakt voortdurend een zorgvuldige afweging tussen herinvesteren in de onderneming en daarmee beoogde impact en een redelijke vergoeding voor de aandeelhouders.
3.2.2. De statuten kunnen bepalen welke beperkingen gelden ten aanzien van uitkeringen aan de aandeelhouder(s), waaronder begrepen dividenduitkeringen, uitkeringen uit het (eigen) vermogen en liquidatie-uitkeringen. Met inachtneming van de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gestelde vereisten aan uitkeringen aan aandeelhouders, formuleert de onderneming:
i. een dividendbeperking;
ii. een beperking van vermogensuitkeringen (uit eigen vermogen/agio/reserves).
iii. dat liquidatie-uitkeringen aan de aandeelhouder(s) worden beperkt door toepassing van een verdeelsleutel, waarbij een deel van het liquidatiesaldo vrij uitkeerbaar is en een deel zal worden bestemd in lijn met de missie van de onderneming en met voorafgaande instemming van de relevante stakeholders (zie Principe 2).
3.2.3. Door een beleid te voeren dat beperkingen stelt aan uitkeringen aan de aandeelhouder(s) neemt de financiële waarde van de onderneming toe. De onderneming beschermt in dat geval de beoogde maatschappelijke impact door in de statuten te bepalen dat ten aanzien van de opbrengst bij verkoop van de aandelen en staking een verdeelsleutel geldt, waarbij een deel van die opbrengst toekomt aan de aandeelhouder(s) en het overige deel zal worden bestemd in lijn
met de missie van de onderneming en met voorafgaande instemming van de relevante
stakeholders (zie Principe 2).
3.2.4. De onderneming kan afzien van het opnemen van een statutaire beperking ten aanzien van de uitkeringen aan de aandeelhouder(s) en opbrengst bij verkoop en staking. De onderneming legt gemotiveerd uit wat daarbij de overwegingen waren en op welke wijze de impact wel financieel geborgd is en publiceert deze op haar website (zie Principe 5).
3.2.5. De onderneming voert een gematigd beloningsbeleid. Daarbij wordt in het loongebouw de factor tussen de laagste en hoogste arbeidsvoorwaarden vastgelegd en op de website van de onderneming gepubliceerd. Bij toepassing van de factor worden alle beloningscomponenten
meegerekend.


Principe 4. Implementatie: registreren en reflecteren

De onderneming die de Code onderschrijft, kan zich als sociale onderneming laten registreren. De onderneming participeert actief in de gemeenschap van sociale ondernemingen. De onderneming stelt zich aanspreekbaar op voor personen of instellingen die constructieve suggesties voor verbetering hebben.

Uitwerking – ‘als het beter kan, doe dat dan’

4.1. Registreren

4.1.1. Er is een onafhankelijk Register Sociale Ondernemingen. Om zich als sociale onderneming te registreren nodigt de onderneming twee reeds geregistreerde ondernemingen uit om onafhankelijk te beoordelen of haar werkwijze het vertrouwen geeft dat zij bereid en in staat is de Code te volgen. Als de collega-ondernemingen daarvan overtuigd zijn, schrijven zij een aanbevelingsbrief. Het Register Sociale Ondernemingen besluit over de registratie.
4.1.2. De onderneming die de principes van de Code onderschrijft maar nog niet op alle
onderdelen aan de uitwerking kan voldoen, kan zich voorlopig inschrijven. De voorlopige
inschrijving kan maximaal twee jaar duren. De voorlopige inschrijving in het Register Sociale Ondernemingen is openbaar.
4.1.3. Bij haar verzoek tot inschrijving verklaart de onderneming mee te werken aan een
periodieke toetsing door twee collega-ondernemingen en zelf bereid te zijn een dergelijke toetsing bij collega-ondernemingen te verrichten.
4.1.4. Na opname in het Register draagt de onderneming naar vermogen bij aan de gemeenschap van sociale ondernemingen en aan de ontwikkeling van het sociaal ondernemen in Nederland.
4.1.5. Na opname in het Register is de onderneming aanspreekbaar op handelen of nalaten in strijd met de Code.
4.2. Reflecteren
4.2.1. Jaarlijks evalueert de onderneming in hoeverre zij voldoet aan de principes van deze Code. Om de twee jaar of zoveel eerder als de onderneming wenst, toetsen twee collegaondernemingen deze zelfevaluatie en betrekken daarbij de waargenomen praktijk van de onderneming.
4.2.2. Het Register Sociale Ondernemingen wijst voor de collegiale toetsing twee geregistreerde sociale ondernemingen aan. De eerste keer maakt een van de collega-ondernemingen die bij de registratiebeoordeling van de onderneming betrokken was deel uit van het duo. Bij iedere volgende toetsing wordt de collega-onderneming die reeds twee achtereenvolgende toetsingen bij deze onderneming gedaan heeft, vervangen door een andere collega-onderneming.
4.2.3. De collega-ondernemingen die de toetsing verrichten, schrijven een kort rapport, gericht op ontwikkeling en verbetering. Het rapport wordt in een gesprek met de onderneming toegelicht en in kopie naar het Register Sociale Ondernemingen gezonden.
4.2.4. De onderneming publiceert de belangrijkste verbeterpunten uit het rapport op haar website.
4.2.5. Bij evidente afwijking van de Code, kunnen de collega-ondernemingen het Register Sociale Ondernemingen adviseren om de betreffende onderneming uit het register te schrappen.


Principe 5. Transparantie: actief en toegankelijk
De onderneming voert een actief informatiebeleid waarbij maximale openheid het uitgangspunt is. De onderneming verstrekt inzicht in de wijze waarop zij invulling geeft aan de missie, de gerealiseerde impact, de financiering van de onderneming, de betrokkenheid van relevante stakeholders en de resultaten van de collegiale
toetsing. Alle informatie is eenvoudig vindbaar, toegankelijk geschreven en wordt
desgevraagd nader toegelicht.

Uitwerking – ‘als het beter kan, doe dat dan’

5.1. Actief

5.1.1. Bij de jaarstukken publiceert de onderneming in een samenhangende rapportage de informatie over de naleving van de principes uit deze Code. De rapportage bevat een overzicht van de informatie die overeenkomstig de uitwerkingen van de Principes van deze Code op de website zijn gepubliceerd:
i) de statuten van de onderneming;
ii) de wijze waarop invulling is gegeven aan de missie, de gerealiseerde impact en de wijze waarop gerealiseerde impact is gemeten;
iii) beschrijving van de wijze waarop de dialoog met relevante stakeholders wordt gevoerd en de uitkomsten daarvan;
iv) de statutaire bescherming van de impact door beperkingen van de uitkeringen aan
aandeelhouder(s) en bij verkoop van aandelen, of de gemotiveerde verklaring als de
onderneming geen statutaire beperkingen van dien aard toepast;
v. het beloningsbeleid dat de onderneming voert;
vi) de belangrijkste verbeterpunten uit de collegiale toetsing
5.1.2. De aandeelhouders van de onderneming zijn bekend. De onderneming maakt inzichtelijk op welke wijze de onderneming is gefinancierd.
5.1.3. De wettelijke jaarstukken die de onderneming publiceert of deponeert (Kamer van
Koophandel) zet de onderneming op de website.
5.1.4. Wanneer de onderneming niet in de positie is om actief relevante informatie in lijn met dit principe te verstrekken, geeft zij gemotiveerd aan wat de reden daarvoor is en publiceert deze motivatie op haar website.
5.2. Toegankelijk
5.2.1. De onderneming heeft een website die toegankelijk is en waarop alle informatie waarop het principe van transparantie doelt, eenvoudig te vinden is. Informatie op de website is zo veel mogelijk up to date.
5.2.2. De onderneming zal vragen beantwoorden die over producten en diensten door klanten en andere stakeholders worden gesteld.


Register, toepasselijkheid en evaluatie

1. Register Sociale Ondernemingen

1.1. Er is een Register Sociale Ondernemingen (hierna: Register) met een onafhankelijk bestuur dat bestaat uit leden die herkenbaar en betrouwbaar zijn voor stakeholders van de sociale ondernemingen.
1.2. Het Register is openbaar.
1.3. Het Register besluit op de aanvraag van een onderneming over haar registratie. Het register baseert zich daarbij op de aanbeveling van twee collega-ondernemingen, die reeds zijn ingeschreven in het register. Het Register kan op verzoek van de sociale onderneming die de Code wil volgen, de onderneming voorlopig inschrijven. De voorlopige inschrijving duurt maximaal twee jaar.
1.4. Het Register voorziet in een stelsel van collegiale toetsing. Het stelsel bevat in ieder geval minimale eisen waaraan de toetsing moet voldoen. Die eisen hebben betrekking op:

  • Onafhankelijkheid, objectiviteit en deskundigheid van de collega-ondernemingen;
  • Rapportage van de toetsingen;
  • Rouleren van de collega-ondernemingen, in die zin dat een collega-onderneming niet meer dan drie keer betrokken is bij de toetsing van de betreffende onderneming.

1.5. Het Register bevordert de totstandkoming van instrumenten die de onderneming bij de zelfevaluatie en haar verantwoording kan gebruiken. Daarmee wordt de kwaliteit en
vergelijkbaarheid van de toetsingen en rapportages bevorderd. Tevens worden zo de kosten voor de onderneming en de tijdsbesteding door de collega-ondernemingen bij de toetsing beperkt gehouden.

2. Toepasselijkheid

De Code Sociale Ondernemingen is van toepassing zodra en zolang het Register Sociale
Ondernemingen operationeel is.
3. Evaluatie
3.1. Jaarlijks publiceert het Register een rapportage over de stand van zaken, ‘de staat van de sociale ondernemingen’.
3.2. Iedere twee jaar, voor het eerst twee jaar nadat de Code Sociale Ondernemingen van toepassing is, zal Social Enterprise NL in overleg met het Register Sociale Ondernemingen een evaluatieonderzoek initiëren. De ervaringen van de sociale ondernemingen die zich hebben laten registreren staan in dat evaluatieonderzoek centraal. Op basis van de evaluatie kan Social Enterprise NL besluiten om een Commissie in te stellen die de opdracht krijgt om op basis van de evaluatie uitkomsten de Code Sociale Ondernemingen aan te passen.


Vraag een demo aan


Ja, ik ga akkoord met het privacy statement



De velden die gemarkeerd zijn met een * zijn verplichte velden.